De schrijnende armoede in bepaalde wijken van Zeebrugge is door de Unesco erkend als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Dat heeft Unesco dinsdagavond bekendgemaakt.
Het Brugs stadsbestuur diende in 2017 al een aanvraag tot erkenning in en die werd dinsdag op de vergadering van de Unesco in Bogota ook goedgekeurd. Schepen van sociale zaken Pablo Annys (sp.a) reageert tevreden. “We zijn heel fier met deze erkenning, hiervoor hebben we met recht en reden Zeebrugge decennialang verwaarloosd."
De schrijnende armoede in Zeebrugge is ontstaan in de jaren '70, toen de haven enorm werd uitgebreid. "De staat heeft toen de beslissing genomen om Zeebrugge-dorp niet plat te gooien, maar als herinnering aan slechtere tijden te behouden", legt erfgoedspecialist en professor Jan Dumolyn uit, "een beetje zoals Doel, of Wallonië." De unieke architectuur kan men onder de noemer "zielloos" of "anti-architecturalisme" plaatsen.
Zeebrugge-dorp bezoeken voelt een beetje als terugkeren naar de 19e eeuw. "Heb je de film Daens gezien?", vraagt professor Dumolyn, "wel, een beetje zoals daar, maar dan met kleine dikke mensen." Elektriciteit of stromend water is de bevolking vreemd en telkens er een tram passeert, schrikt men zich dood. De levensverwachting ligt er rond de 20 jaar.
Voor Brugge is het niet de eerste erkenning als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. De Heilig Bloedprocessie al sinds 2009 ingeschreven op de lijst. Ook het Belfort en het Begijnhof en de volledige binnenstad zijn erkend als werelderfgoed.