Terwijl Bruggelingen naar La Grande Araignée staren, de gigantische 13 meter hoge metalen spin die dit weekend door de stad kruipt, fronst Roger Verkeste uit Sint Pieters de wenkbrauwen. “Ik dacht eerst dat het de spelersbus van AS Monaco was. Waarom betaalt de stad een miljoen euro voor een schurftige stalen strontspin terwijl er hier een in mijn kelder zit?”
Kelder
We vragen Roger om ons zijn spin te tonen. Roger steekt zijn broek af en toont ons zijn anus. “Hier. Vers exemplaar. Nog maar net uit zijn hol gekropen,” grijnst hij. Niet die spin, Roger. "Wat een rare vragen stel jij toch", riposteert hij.
Hij leidt ons naar zijn kelder, en inderdaad: naast zijn lege bak Orval zit er een harige, gezette spin van gemiddelde grootte. "Hij lijkt een beetje op je ma", gniffelt hij. What the fuck Roger, wat is eigenlijk je probleem.
Traditie
Het stadsbestuur wijst erop dat de metalen spin deel uitmaakt van een groter cultureel programma en internationale toeristen trekt. Toerismeschepen Minou Esquenet verklaart dat dergelijke kunstprojecten bedoeld zijn om de stad op de kaart te zetten en de publieke ruimte een nieuwe betekenis te geven.
Roger reageert onmiddellijk: “ik heb ooit eens een spin op het hoofd van Esquenet gezien. Het had ook acht poten denk ik. Alhoewel, het konden ook acht haren zijn geweest. Maar niet meer dan acht. Ik weet wat ik gezien heb. Dat zegt genoeg over hoe gewoon zo’n beest eigenlijk is.”
Tenslotte vraagt Roger zich af wat eigenlijk de betekenis is van de spin: "Wat heeft dat nu te maken met BRUSK? Konden we Franky (Demon, nvdr) niet gewoon een weekend lang bruuskeren, zoals we elk jaar doen? Tradities zijn tegenwoordig niets meer waard."